Tekst: Anne Marie Hoekstra
Fotografie: Peter Paul Klapwijk (https://www.instagram.com/ppkhm/)
Geplaatst in het Kontakt op 22 december 2020

‘Klimaatactivisten’ op leeftijd Engel en Sjaan Breedveld investeren in de aardbol

NIEUW-LEKKERLAND • Engel en Sjaan Breedveld zijn als tachtigplussers net zo begaan met de aardbol als jonge klimaatactivisten. Ze vertellen over de watersnoodramp, omgaan met een stijgende zeespiegel en hoe ze de aarde willen nalaten voor hun kinderen.

Het grootste deel van zijn leven was oud-ondernemer en -raadslid Engel getrouwd met Maria Poirot. Voordat zij in 2014 overleed, begon hij samen met haar aan het verduurzamen van hun woning aan de Adriaan Heijnisstraat in Nieuw-Lekkerland. Later trouwde hij met Sjaan. Allebei maakten ze watersnood van 1953 mee. De dreiging van het water destijds maakt hen extra bewust van de noodzaak van klimaatadaptatie. “We zitten hier in een grensgebied waar zowel dreiging is van de rivieren als van zee”, zegt Engel.

Gevaar

Tijdens de watersnood van ‘53 was Engel vijftien jaar. “Mijn vader kwam op 31 januari om elf uur ‘s avonds terug van een verjaardag. Hij zag asgrauw. Hij zei: ‘Als het niet verandert, staat het water hier morgen aan het plafond’. We woonden aan de Dorpslaan in Nieuw-Lekkerland. Het water stond een half metertje onder de dijk, daar moest het tij nog overheen komen. Mijn vader was schipper en zag het gevaar.”

Dijk doorgebroken

De familie Breedveld nam maatregelen: meubels werden gedemonteerd en naar zolder gebracht. “Op zondagochtend 1 februari ben ik de Lekdijk uitgelopen met vrienden en broers. In de buurt van de Middelweg hoorde ik iemand zeggen: ‘De druk is eraf, de dijk is ergens doorgebroken’. Later hoorden we over de doorbraak bij Papendrecht. Meneer Leo Smit, directeur van de werf, zei: ‘Mannen, ga naar huis, haal spade, schoppen en zakken en sta hier niet te lummelen, want de dijk moet gedicht’.”

Zandzakken

In de nacht van 2 op 3 februari liet Engel zich indelen bij een nachtploeg die zandzakken vulde voor de doorbraak in Papendrecht. “Zowel aan de Papendrechtse als aan de Sliedrechtse kant stonden mensen te werken, het werd een soort wedstrijdje tegen elkaar. Zakken werden doorgegeven en in de dijk gestapeld. Een klein driftig sleepbootje legde grote stenen op matten van rijsvlechtwerk.” Hij doet het geluid van het bootje na: “Taf, taf, taf.” Het bootje was vastgemaakt aan de bak en spoelde bijna de polder in. “Nog sneller klonk het geluid. Taf, taf, taf. De kapitein maakte net op tijd de bak los, die werd meegesleurd de polder in.”

Kadavers

“Er was enorme saamhorigheid”, herinnert Engel zich met een glimlach. “De hele nacht werkten we door. Na een aantal nachten was de dijk dicht.” Onderweg zagen ze kadavers. Angst voelde Engel destijds niet.

Bang

“Later besef je pas hoe gevaarlijk het was”, zegt Sjaan. “Ik was dertien, we woonden in de Kinderdijkse woningbouw van Alblasserdam. De polder is daar laag. Om vijf uur ‘s nachts werd er op de deur geklopt; we moesten evacueren. Ik had een invalide broertje, daarom zouden we opgehaald worden door een taxi. Ik was ongerust, vroeg me af of de taxi op tijd zou zijn. Eén nacht hebben we met ons gezin van zes personen bij vreemde mensen op de grond geslapen. Bij ‘t Zwarte Paard dreigde de dijk ook door te breken. Samen met mijn broer ging ik de volgende nacht zandzakken vullen. Mijn vader kwam ons halen, hij vond het veel te gevaarlijk. Daardoor werd ik ook bang.”

Watersnooddiploma

De verhalen van scholieren die baalden van hun ‘coronadiploma’s’ brachten bij Sjaan haar eigen examenjaar in herinnering. “Ik kon ook niet gewoon examen doen. Toch hebben we een diploma gekregen: een watersnooddiploma. Ik vond het helemaal niet erg.”

Hoge Molen

De schrik voor de verwoestende kracht van het water zit sinds 1953 in hun systeem. Sjaan: “In 1995 is het opnieuw spannend geweest. Dat vond ik angstig.” Met haar toenmalige man Arie Stam, die in 2013 overleed, woonde ze in de Hoge Molen van het werelderfgoed Kinderdijk. “Ik zei tegen mijn man: we gaan naar de zolder.”
Engel heeft vertrouwen in de dijk. “Ik heb gezien wat ze nu gedaan hebben met de dijkverhoging. Er is een minimale kans dat hij hier doorbreekt.” Toch, als hij beelden van de watersnood ziet, krijgt hij met terugwerkende kracht een angstig gevoel. “Gek hè?”

Zonnepanelen

Voor de generaties na hen willen ze duurzame keuzes maken. Engel investeerde in 24 zonnepanelen en een warmtepomp. Een dure grap. Sjaan: “Ik vind dat heel mooi, juist ook omdat hij het niet doet om eraan te verdienen. Dat zit er bij ons niet in omdat we al oud zijn. Hij heeft het echt gedaan voor het milieu.” 

Recyclen

Engel: “We doen wat binnen ons vermogen ligt. Al heel lang.” Hij vertelt hoe hij in de negentiger jaren een club oprichtte voor de recycling van kunststof kozijnen. En voor de inkoop van gecertificeerd hout uit duurzaam beheerde bossen. “Later hebben we ons aangesloten bij het FSC-keurmerk.” Ook Sjaan draagt haar steentje bij. Al het huishoudelijk afval scheidt ze heel precies en in de supermarkt gebruikt ze de papieren zakken opnieuw.

Klimaatakkoord

Engel pakt er een stapel papieren bij. “Kijk, in 2000 verstookten we 4200 kubieke meter gas. Nu nog maar 400 kuub. In 2000 produceerden we 9728 kilo CO2. Nu nog 2500 kilo; we verminderden onze CO2-uitstoot met bijna 75 procent. Het klimaatakkoord van Parijs streeft naar een vermindering met 49 procent in 2030, dus we kunnen voorlopig vooruit.”

Rentmeesterschap

Engel: “Als christenen hebben we een verantwoordelijkheid. Wat laten wij als erfenis na voor onze kinderen? Je kan zeggen: ik ga leuk op vakantie van mijn geld, maar het gaat erom: hoe kunnen onze kinderen en kleinkinderen leven, hoe kunnen we iets bijdragen?” Sjaan: “Dat is het goede rentmeesterschap over de aarde.”